De GR800 volgt de loop van de Somme van de bron tot aan de monding. Die bron ligt ergens in de buurt van Saint Quentin. De monding ligt in Saint-Valéry-sur-Somme, een mooi en toeristisch dorpje dat zo'n 150 kilometer over een vlotte snelweg vanaf de Panne ligt. Deze laatste etappe van de GR800 is dus best een stukje rijden, maar de rest van de route is eigenlijk verrassend goed bereikbaar vanuit België terwijl je toch echt in een andere wereld terecht komt. Hier loop je door de Franse boerenbuiten in een stuk land dat tijdens de eerste wereldoorlog een echt slagveld was. De vele kerkhoven en herdenkingsmonumenten die je onderweg tegenkomt getuigen daar nog van.
Binnenkort wordt mijn dieseltje vervangen door een gloednieuwe elektrische bolide, dus profiteer ik er van om nu het nog kan zonder laadstress deze afstand te rijden. Ik parkeer ter hoogte van het station van Noyelles-sur-Mer waar ik om 9u34 een trein heb die me een paar minuten later al afzet in Abbeville. Dan rest me enkel nog van terug tot bij mijn auto te stappen. Dat is zo'n dikke 20 kilometer over de GR800, en dan nog een kilometer of 5 over de GR120 die hier ook passeert tot aan Noyelles-sur-Mer. Het wordt vandaag dus al bij al een rustige en niet te lange wandeling. Vlak zal het niet zijn, want hier liggen, net zoals aan de overkant van het Kanaal best wel stevige heuvels aan de kust. De zee waar we hier naartoe lopen is eigenlijk gewoon een verzakking tussen de heuvels die gewoon verder lopen aan beide kanten van het water. Ooit, heel lang geleden, kon je gewoon tot in Engeland lopen zonder natte voeten te krijgen.
Van bij het station van Abbeville wandelen we een kilometer of 3 tot we de route weer kunnen oppikken. En eenmaal op de route gaat het stevig bergop. We moeten immers op de top van de "Monts de Caubert" zien te geraken. Dit is een heuvelrug die de stad Abbeville overziet en die uiteraard tijdens de oorlog een zwaar bevochten terrein was. Van hier op de top kan je naar hartelust de stad bombarderen, dus was het vrij cruciaal om dit in handen te houden. Een monument herinnert uiteraard aan deze trieste bladzijde uit de geschiedenis.
Een drietal kilometer lopen we op de top van de heuvels. Bij mooi weer kan je hier tot aan zee zien, maar vandaag is het winter en mistig. Maar toch geniet ik van het uitzicht op de omgeving. Het is hier rustig wandelen tussen de velden waar gigantische machines de suikerbieten aan het rooien zijn.
Een stukje verderop gaat het bergaf richting Somme. We lopen langs een mooi achterafweggetje tot we weer bij het water komen. Dat mogen we een tijdje volgen en rechte wegen langs een kanaal gaan uiteraard gigantisch vlot vooruit. Je moet daar van profiteren om de knop om te draaien en echt je hoofd leegmaken. Gewoon rechtdoor lopen en blijven gaan, hoewel je het gevoel hebt dat je geen stap dichter bij de bestemming komt.
We zouden de Somme gewoon kunnen volgen tot aan de monding, maar dat zou uiteindelijk toch maar saai zijn. We mogen dus nog even een ommetje maken langs een vogelreservaat. "Open van dinsdag tot zondag", staat er op het hek, maar als ik hier op zaterdag passeer is alles dicht. Hopelijk hebben de volgende wandelaars meer geluk, want het lijkt wel de moeite te zijn om hier even te pauzeren en wat vogels te spotten. Bizar is het dat een paar kilometer voorbij dat vogelreservaat de jacht in volle gang is en de vogeltjes met hele zwermen tegelijk uit de lucht geschoten worden. Ach, dat zal Frankrijk zijn zeker, waar de jacht nog heilig is?
We komen dan dichter in de buurt van de monding van de Somme en dan lopen we door de nodige moerassen. Na de stortregens van de afgelopen weken is het hier dus echt nat en moet je een weg banen door de modder. Kuddes paarden bevolken deze moerassen, maar die zijn niet onder de indruk van een voorbijlopende wandelaar. Ze kijken eens wie er nu weer passeert, en gaan verder met hun ding. Maar al gauw mogen we weer over een soort van 4x4-track door de moerassen wandelen, zodat het toch iets vlotter loopt.
Na een paar kilometer door de mooie natuur komen we weer langs de Somme, klaar voor de finale van de tocht. We lopen tot in Saint-Valéry-sur-Somme, waar we de GR120 tegenkomen. En op de brug waar de routes mekaar kruisen is het afgelopen. Wie nog verder wil kan nog even een paar honderd meter over de "Quai Digue Nord" dijk lopen tot bij de vuurtoren waar je de wijdse zee voor je ziet liggen.
Het was een hele mooie laatste etappe van de GR-800. Ik heb nog een paar etappes overgeslagen, maar die komen later dit jaar wel eens aan de beurt.
Het fotoalbum van vandaag vind je hier: https://photos.app.goo.gl/z3ZwaiiAtRFHryKM9.
Binnenkort wordt mijn dieseltje vervangen door een gloednieuwe elektrische bolide, dus profiteer ik er van om nu het nog kan zonder laadstress deze afstand te rijden. Ik parkeer ter hoogte van het station van Noyelles-sur-Mer waar ik om 9u34 een trein heb die me een paar minuten later al afzet in Abbeville. Dan rest me enkel nog van terug tot bij mijn auto te stappen. Dat is zo'n dikke 20 kilometer over de GR800, en dan nog een kilometer of 5 over de GR120 die hier ook passeert tot aan Noyelles-sur-Mer. Het wordt vandaag dus al bij al een rustige en niet te lange wandeling. Vlak zal het niet zijn, want hier liggen, net zoals aan de overkant van het Kanaal best wel stevige heuvels aan de kust. De zee waar we hier naartoe lopen is eigenlijk gewoon een verzakking tussen de heuvels die gewoon verder lopen aan beide kanten van het water. Ooit, heel lang geleden, kon je gewoon tot in Engeland lopen zonder natte voeten te krijgen.
Van bij het station van Abbeville wandelen we een kilometer of 3 tot we de route weer kunnen oppikken. En eenmaal op de route gaat het stevig bergop. We moeten immers op de top van de "Monts de Caubert" zien te geraken. Dit is een heuvelrug die de stad Abbeville overziet en die uiteraard tijdens de oorlog een zwaar bevochten terrein was. Van hier op de top kan je naar hartelust de stad bombarderen, dus was het vrij cruciaal om dit in handen te houden. Een monument herinnert uiteraard aan deze trieste bladzijde uit de geschiedenis.
Een drietal kilometer lopen we op de top van de heuvels. Bij mooi weer kan je hier tot aan zee zien, maar vandaag is het winter en mistig. Maar toch geniet ik van het uitzicht op de omgeving. Het is hier rustig wandelen tussen de velden waar gigantische machines de suikerbieten aan het rooien zijn.
Een stukje verderop gaat het bergaf richting Somme. We lopen langs een mooi achterafweggetje tot we weer bij het water komen. Dat mogen we een tijdje volgen en rechte wegen langs een kanaal gaan uiteraard gigantisch vlot vooruit. Je moet daar van profiteren om de knop om te draaien en echt je hoofd leegmaken. Gewoon rechtdoor lopen en blijven gaan, hoewel je het gevoel hebt dat je geen stap dichter bij de bestemming komt.
We zouden de Somme gewoon kunnen volgen tot aan de monding, maar dat zou uiteindelijk toch maar saai zijn. We mogen dus nog even een ommetje maken langs een vogelreservaat. "Open van dinsdag tot zondag", staat er op het hek, maar als ik hier op zaterdag passeer is alles dicht. Hopelijk hebben de volgende wandelaars meer geluk, want het lijkt wel de moeite te zijn om hier even te pauzeren en wat vogels te spotten. Bizar is het dat een paar kilometer voorbij dat vogelreservaat de jacht in volle gang is en de vogeltjes met hele zwermen tegelijk uit de lucht geschoten worden. Ach, dat zal Frankrijk zijn zeker, waar de jacht nog heilig is?
We komen dan dichter in de buurt van de monding van de Somme en dan lopen we door de nodige moerassen. Na de stortregens van de afgelopen weken is het hier dus echt nat en moet je een weg banen door de modder. Kuddes paarden bevolken deze moerassen, maar die zijn niet onder de indruk van een voorbijlopende wandelaar. Ze kijken eens wie er nu weer passeert, en gaan verder met hun ding. Maar al gauw mogen we weer over een soort van 4x4-track door de moerassen wandelen, zodat het toch iets vlotter loopt.
Na een paar kilometer door de mooie natuur komen we weer langs de Somme, klaar voor de finale van de tocht. We lopen tot in Saint-Valéry-sur-Somme, waar we de GR120 tegenkomen. En op de brug waar de routes mekaar kruisen is het afgelopen. Wie nog verder wil kan nog even een paar honderd meter over de "Quai Digue Nord" dijk lopen tot bij de vuurtoren waar je de wijdse zee voor je ziet liggen.
Het was een hele mooie laatste etappe van de GR-800. Ik heb nog een paar etappes overgeslagen, maar die komen later dit jaar wel eens aan de beurt.
Het fotoalbum van vandaag vind je hier: https://photos.app.goo.gl/z3ZwaiiAtRFHryKM9.